In het
Centre Pompidou in Parijs laat een grote tentoonstelling de
Fransen kennismaken met Mondriaan en De Stijl. Want
Frankrijk heeft kunst van iedereen, maar niet van Mondriaan.
Parijs - De aardigste anekdote over de getroebleerde relatie
van Piet Mondriaan met Parijs, de stad waar hij twintig jaar
woonde, komt van Hans Janssen, hoofdconservator moderne
kunst van het Haags Gemeentemuseum. 'Al in 1969 zou in de
Orangerie in Parijs een expositie van zijn werk worden
gehouden', vertelt hij. 'Maar de Franse staat verbood dat.
Dergelijke abstracte rommel wilden ze niet laten zien.'
Uiteindelijk kwam minister van Cultuur André Malraux
tussenbeide, weet Janssen. 'Hij heeft er voor gezorgd dat de
expositie door ging, zij het zonder veel ruchtbaarheid.'
De Franse conservatoren van Mondriaan/ De Stijl in het
Centre Pompidou kunnen dat verhaal niet bevestigen. Wel
beamen ze dat Malraux geen liefhebber van abstractie was. En
dat abstracte kunst voor de Tweede Wereldoorlog sowieso
moeilijk lag in Frankrijk. In zijn Parijse jaren verkocht
Mondriaan tweemaal een schilderij aan een Fransman.
En dat is indirect de reden waarom Janssen nu rondloopt op
de expositie. Frankrijk heeft kunst van iedereen, maar niet
van Mondriaan. Het Haags Gemeentemuseum is, met Boijmans Van
Beuningen, het Kröller-Muller en het Centraal Museum
Utrecht, de grote bruikleengever voor dit overzicht. 'Alles
moest van buiten komen', vertelt Brigitte Leal, die als
conservator het Mondriaan-deel inrichtte.
Piet Mondriaan en Wassily Kandinsky, de grote abstracte
schilders, woonden lang in Parijs. Maar waar Kandinsky
hartstochtelijk werd verzameld, kreeg Mondriaan veel minder
aandacht. 'We hadden twee jaar geleden een grote
Kandinsky-expositie', vertelt Leal. 'Het Pompidou was het
aan zijn stand verplicht ook van die andere grote naam van
de abstractie een overzicht te tonen.'
Dat overzicht, waarbij de nadruk op de Parijse jaren ligt
(1911-1914 en 1919-1938), heeft een bijzondere vorm. Het
werk van Mondriaan is ingeklemd tussen dat van de groep
waartoe hij vanaf 1917 behoorde: De Stijl. De expositie
begint dan ook met het vroege werk van Mondriaan en zijn
geestverwanten: de vuurtoren van West-Kapelle, bomen in
Zeeland zijn nog als zodanig herkenbaar.
'De verstrengeling van Mondriaan en De Stijl is nooit eerder
op deze manier getoond', zegt Janssen. Samen vormen ze de
belangrijkste bijdrage van Nederland aan de beeldende kunst
van de twintigste eeuw.' Mondriaan en De Stijl, ruwweg staat
dat voor theorie en praktijk. Mondriaan was de denker:
compromisloos, intens, een daverende energie; de man die
zich in het traktaat De nieuwe beelding nadrukkelijk richtte
tot de mens van de toekomst.
In zijn Parijse jaren raakten de straten van de stad gevuld
met gemotoriseerd verkeer. Hij raakte gefascineerd door de
verkeersregels die werden ingevoerd: een minimum aan
vrijheidsbeperking, waarbinnen iedereen zijn gang kon gaan.
Zo moest zijn werk ook zijn.
'Ik construeer op een plat vlak lijnen en kleurcombinaties
met 't doel algemeene schoonheid zoo bewust mogelijk uit te
beelden', schreef hij in 1914.
Mondriaan werkte op de Rue du Départ 26, een straat die
later onder de voet is gelopen door station Montparnasse.
Zijn atelier is door fotografen als Lászlo Moholy-Nagy
vastgelegd. De ordelijkheid ervan wordt gesymboliseerd door
twee ronde brilletjes en een pijp, die samen op een
overigens lege tafel liggen.
In Pompidou is dat atelier nagebouwd. De kachel staat er,
het smalle bed met daarboven aan een touwtje een blauwe
wekker die om 8.45 uur moet afgaan. Op de wanden zijn hier
en daar kleurvlakken aangebracht: alles zijn vaste,
weloverwogen plaats.
De stad zou hem soms teleurstellen. 'Wie vóór den Oorlog te
Parijs de zoo krachtige beweging naar vernieuwing der
schilder- en beeldhouwkunst gekend heeft, moet zich dubbel
ergeren - als hij voor het nieuwe voelt - aan de
'windstilte' en aan de teruggang van thans', noteerde hij in
1921 in het geschrift De huif naar den wind.
Naarmate de Parijse periode vordert, vallen de kleuren weg.
Alleen aan de randen van zijn doeken is nog een strookje
blauw, geel, of allebei. Tijd voor wat anders, voor New
York, dat met één dynamisch werk wordt aangekondigd,
opmerkelijk genoeg wel afkomstig uit de collectie van het
Pompidou: New York 1942, beplakt met een ritme van kleurige
lijnen.
'En de mens? Zelf is hij niets dan een deel van het geheel.
En terwijl hij zijn armzalige, pathetische individuele trots
kwijtraakt, is hij blij te leven in een door hem zelf
gecreëerd Eden', schreef Mondriaan in 1927. Op de vormgeving
van dat Eden wilden de mensen van De Stijl graag een zo
groot mogelijke invloed hebben. Ze ontwierpen huizen voor de
middenklasse in Drachten, de villa Allegonda in Katwijk,
stoelen voor hotel-restaurant de Dubbele sleutel in Woerden
- allemaal te zien op de zesde verdieping van het Centre
Pompidou.
'Hier is altijd de Amerikaanse opvatting over De Stijl
aangehangen, dat het een soort onderafdeling van Bauhaus zou
zijn', legt conservator Aurélien Lemonier uit. 'Daarmee doe
je hen onrecht. Dat we De Stijl nu als een van de grote
avant-gardistische stromingen kunnen presenteren, is een
droom. Juist omdat ze zo veel verschillende middelen
gebruiken, past het in het Pompidou.'
De meubels van Rietveld worden geëxposeerd, samen met zijn
kruiwagen en trapauto voor kinderen. Er hangen schetsen van
gebouwen van Oud en Van Eesteren, doeken van Van der Leck en
typografie van Zwart. De laatste zaal is vooral gewijd aan
l'Aubette, het amusementspaleis in Straatsburg waarvan het
interieur werd ontworpen door Van Doesburg, Hans Arp en
Sophie Tauber.
'Mondriaan kan aversie oproepen', weet Janssen. 'Je moet het
veroveren. Ook Nederlandse musea hebben herhaaldelijk werk
van hem geweigerd. Het is geweldig dat Mondriaan eindelijk
op deze schaal in het Pompidou wordt getoond. Als de
bezuinigingen doorgaan, is iets dergelijks in Nederland
binnenkort niet meer mogelijk.'
Dat maakt hem des te tevredener over de tegenprestatie die
met het Pompidou is overeengekomen. Onder de - voorlopige -
titel Parijs, stad van de moderne kunst brengt het Haags
Gemeentemuseum volgend jaar hoogtepunten uit de Parijse
collectie.
MONDRIAN / DE STIJL Expositie in Centre Pompidou in
Parijsvan
1 dec 2010 t/m 21 maart 2011 met als titel: MONDRIAN / DE
STIJL. In deze tentoonstelling is het Ware Grootte model van
het Parijse Atelier van Mondriaan opgesteld.
MONDRIAAN DOCUMENTAIRE FILM In augustus 2010 zijn filmopnames gemaakt in het
Ware Grootte model. Deze opnamen zijn onderdeel voor een
grote 55min durende Mondriaan documentaire. De premiere van
deze film zal op de oppening van de expositie in het Centre
Pompidou worden getoond. De documentaire zal ook in
Nederland op de TV worden getoond. Dit zal in het voorjaar
2011 zijn bij de AVRO. Over een definitieve datum wordt u op
deze website geinformeerd.
Boek: 26, RUE DU DÉPART Er zijn plannen om het boek: 26, Rue du Départ
opnieuw uit te geven. De inhoud van deze uitgave zal
uitgebreider zijn dan de eerste druk. Foto's van
verschillende tentoonstellingen zullen worden opgenomen en
mogelijk zal een DVD van de documentaire worden bijgevoegd.